Wat beïnvloedt hiërarchische status en dominantie
Honden

Wat beïnvloedt hiërarchische status en dominantie

Wetenschappers hebben dat al lang vastgesteld overheersing – geen kenmerk van een persoon, maar een kenmerk van een relatie. Dat wil zeggen, er zijn geen uitsluitend "dominante" honden. MAAR hiërarchische status - ding is flexibel. Wat beïnvloedt hiërarchische status en dominantie bij honden?

Foto: pixabay.com

6 factoren die de hiërarchische status en dominantie bij honden beïnvloeden

Hiërarchische status kan afhangen van het onderwerp van competitie, dat wil zeggen van de motivatie van het dier. Afgezien van het specifieke item waarvoor de dieren strijden, kunnen we echter zeggen dat verschillende factoren de hiërarchische status en dominantie in de groep beïnvloeden:

  1. Vloer. Er wordt aangenomen dat in een groep honden een mannetje meer kans heeft om een ​​vrouwtje te domineren dan andersom. Er bestaat echter zoiets als dominantie-inversie, wat de machtsverhoudingen kan veranderen.
  2. Vruchtbaarheid. Als we gedomesticeerde honden nemen, hebben dieren die zich kunnen voortplanten een hogere status dan gesteriliseerde (gecastreerde).
  3. Leeftijd. Aan de ene kant is leeftijd ervaring die extra kansen biedt om te winnen. Aan de andere kant, wanneer het dier begint te verouderen, wijkt het geleidelijk af.
  4. Lichaamsgewicht. Natuurlijk "leidt" een kleinere, maar slimmere hond soms een grotere, maar vaker wel dan niet, is de grootte van belang.
  5. Eerdere overwinningen (grote kans dat de rest 'zonder slag of stoot' toegeeft).
  6. Duur van het verblijf in een bepaalde plaats of groep. Oldtimers of dieren die in deze groep zijn geboren, kunnen in de regel gemakkelijker op de hiërarchische ladder "opschuiven".

Er is een mythe dat als een persoon de belangrijkste hond is, hij hun hiërarchische status kan beïnvloeden. Dit is niet waar. Het is mogelijk om de relatie deels te beïnvloeden door bovenstaande zaken te manipuleren (bijvoorbeeld door een van de honden te steriliseren), en deels door gedragstechnieken, maar je kunt de ene hond niet “laten kijken” naar de andere.

Een persoon kan voornamelijk zijn relatie met elke hond afzonderlijk en met allemaal samen beïnvloeden.

Laat een reactie achter