Welke vaccinaties kittens geven en wanneer de eerste doen

Wanneer een kitten in huis verschijnt, moeten de eigenaren ervoor zorgen en het kwetsbare lichaam beschermen tegen virussen en infecties. Het is belangrijk om niet alleen de leefomgeving van het huisdier schoon te houden, het op een evenwichtige manier te voeren en regelmatig te ontwormen, maar ook aandacht te besteden aan vaccinatie. Het feit is dat een klein brok, net gespeend van moedermelk, weerloos is tegen gevaarlijke virussen. Het zou naïef zijn om te hopen dat als het kitten in een appartement woont, hij geen gevaar loopt. Huisgenoten kunnen de bacil bijvoorbeeld gemakkelijk meenemen met straatschoenen, en kleine huisdieren spelen het liefst met laarzen. Wanneer en welke vaccinaties kittens moeten geven, begrijpen we hieronder.

Welke vaccinaties worden gegeven aan kittens

De meeste katteneigenaren maken zich zorgen over de vraag: welke vaccinaties moet je een kitten geven en of die verplicht zijn.

Alle katachtige infecties zijn uiterst gevaarlijk en moeilijk te verdragen door dieren. In 70% van de gevallen treedt een fatale afloop op, dus u moet de kruimels vaccineren. Bovendien weet niemand wat het lot van het dier zal zijn. Misschien breekt er op een dag een huisdier de straat op en komt het in contact met een zieke vertegenwoordiger van de faunawereld.

Volgens het vaccinatieschema worden kleine katachtigen gevaccineerd tegen ziekten die een ernstige bedreiging vormen voor het leven en de gezondheid.

• Leptospirose. Een gevaarlijke infectieziekte die een rattenvanger of muizenvanger bedreigt, aangezien knaagdieren de dragers zijn van deze infectie. Eigenaars wiens huisdieren graag alleen lopen, moeten op deze ziekte letten. De meeste katten dragen de infectie latent (verborgen) bij zich, zodat dierenartsen de ziekte al in het laatste stadium ontdekken. De belangrijkste tekenen van infectie zijn interne en externe bloedingen (nasaal / oculair), koorts.
• Belangrijk: leptospirose wordt overgedragen op de mens.
• Herpesvirus. Een virale infectie overgedragen door druppeltjes in de lucht. Bij de mensen wordt de ziekte ook wel rhinotracheïtis genoemd. Kortom, kittens tot 7 maanden oud lijden aan herpesvirose. De ziekte manifesteert zich in de vorm van conjunctivitis en catarre van de bovenste luchtwegen.
• Calicivirus. Een ziekte vergelijkbaar met de vorige die jonge katten en katten treft. Het tast de ademhalingsorganen aan. Als symptomen verschijnen zweren in de mondholte, verhoogde afscheiding van slijm in de neus, tranenvloed.
• Panleukopenie (pest). Kittens hebben vaker last van deze ziekte dan katten. De infectie wordt overgedragen door direct contact met geïnfecteerde uitwerpselen of buitenschoenen van de gastheren die in met pest geïnfecteerde uitwerpselen/bodem zijn geweest.

Bovendien worden katten gevaccineerd tegen chlamydia en leukemie, als verwacht wordt dat het dier zal deelnemen aan tentoonstellingen, enige tijd op straat zal doorbrengen en in contact zal zijn met hun katachtige kameraden.

Wanneer kittens vaccineren?

Volgens het veterinaire schema worden kittens in een bepaalde volgorde gevaccineerd.

• Leeftijd vanaf 8 weken – verplichte vaccinatie tegen calicivirus, herpesvirus en panleukopenie.
• Na 4 weken na de eerste vaccinatie of na 12 weken wordt een tweede vaccinatie uitgevoerd en wordt het kitten ingeënt tegen hondsdolheid.
• Voer vervolgens jaarlijks een hervaccinatie uit tegen alle virussen.

Vaccinatieschema

Wat te doen als het vaccinatieschema wordt verbroken

Het komt voor dat het vaccinatieschema ernstig verstoord is of helemaal niet bekend is. Dit gebeurt als het kitten op straat is opgepakt, maar het lijkt op een thuis, wat kan worden beoordeeld aan de hand van de aanwezigheid van een halsband, of als de eigenaren gewoon het moment van hervaccinatie voor hun huisdier hebben gemist. Hier dient u uw dierenarts te raadplegen. De arts zal u in elk geval vertellen hoe u het beste te werk kunt gaan. Soms is een volledige herhaling van het kittenvaccinatieschema vereist en in sommige situaties kan de arts een individuele beslissing nemen na onderzoek van het dier.

Soorten kattenvaccins

De volgende vaccins worden het vaakst gebruikt om kittens te vaccineren:

• Nobivak Forcat. Een vaccin met meerdere componenten dat de immuniteit van kittens tegen calicivirus, panleukopenie, rhinotoacheïtis en chlamydia stimuleert;
• Nobivak Tricat. Drievoudig werkend vaccin tegen calicivirusinfectie, rhinotracheïtis en panleukopenie. Kittens worden voor het eerst gevaccineerd op de leeftijd van 8 weken. Hervaccinatie (hervaccinatie) moet jaarlijks worden uitgevoerd;
• Nobivac Tricat. Beschermt ook de kleine pluis tegen de genoemde vier belangrijkste ziekten. De eerste vaccinatie van een kitten kan op de leeftijd van 12 weken;
• Nobivak hondsdolheid. Dit type kittenvaccin beschermt alleen tegen hondsdolheid. Permanente immuniteit bij een dier wordt ontwikkeld op de 21e dag na vaccinatie. Hervaccinatie moet jaarlijks worden uitgevoerd. Het is toegestaan ​​Nobivak Rabiës te mengen met andere soorten Nobivak-vaccins;
• FORT DODGE FEL-O-WAX IV. Dit is een polyvalent vaccin – tegen verschillende infecties. Is gedeactiveerd. Beschermt de kat direct tegen rhinotracheïtis, panleukopenie, calicivirus en chlamydia. Goedgekeurd voor gebruik bij kittens ouder dan 8 weken. Hervaccinatie wordt eenmaal per jaar uitgevoerd;
• Purevax RCP. Vaccin met meerdere componenten, waaronder stammen van rhinotracheïtis, panleukopenie en calicivirus.
• Purevax RCPCch. Bevat verzwakte stammen van de hierboven genoemde virussen. Het vaccin wordt gegeven op de leeftijd van 8 weken. Herhaal een maand later. In de toekomst wordt eenmaal per jaar hervaccinatie getoond.
• Leukorifeline. Beschermt het dier tegen virale virussen en panleukopenie. Het is verboden Leukorifelin samen met andere vaccins toe te dienen;
• Vierkant. Vaccinatie voor kittens tegen panleukopenie, hondsdolheid en calicivirus. Immuniteit bij een kitten wordt binnen 2-3 weken gevormd. Hervaccinatie wordt elk jaar uitgevoerd;
• Rabizin. Dit geneesmiddel is alleen voor hondsdolheid. In tegenstelling tot andere soorten vaccins kan Rabizin zelfs aan drachtige katten worden toegediend;
• Leukocel 2. Vaccin tegen leukemie bij katten. Twee keer laten vaccineren. Vervolgens wordt eenmaal per jaar een hervaccinatie uitgevoerd. Kittens worden gevaccineerd op de leeftijd van 9 weken;
• Felocel CVR. Het medicijn stimuleert de productie van immuniteit tegen rhinotracheïtis, panleukopenie en calicivirus. Het vaccin ziet eruit als een poreuze massa met een lichtgele kleur. Voor gebruik wordt het verdund met een speciaal oplosmiddel;
• Microderm. Met het vaccin kunt u het dier beschermen tegen dermatofytose (korstmossen, enz.).

Belangrijk: het is de moeite waard eraan te denken dat jonge katten jonger dan 3 jaar, evenals oude en verzwakte dieren, altijd risico lopen.

Mogelijke complicaties na vaccinatie bij een kitten

Het lichaam van elk dier reageert anders op het vaccin. Sommige huisdieren kunnen de volgende bijwerkingen krijgen:

• apathie en verlies van eetlust;
• weigering van water en zelfs favoriete eten;
• verhoogde slaperigheid;
• zwelling en verharding op de injectieplaats;
• verhoogde lichaamstemperatuur;
• krampachtige toestanden;
• pleuritis en encefalitis;
• pijn op de injectieplaats;
• verandering in vachtkleur op de injectieplaats en zelfs haaruitval;
• enige gedragsverandering.

Belangrijk: in zeer zeldzame gevallen ontwikkelt het lichaam van een kitten geen immuniteit tegen infecties en virussen, zelfs niet na vaccinatie, maar dit is een individueel kenmerk van het dier.

In de regel verdwijnen alle niet-gevaarlijke bijwerkingen vanzelf 1-4 dagen na vaccinatie of vereisen een symptomatische behandeling. Allergische reacties worden bijvoorbeeld geëlimineerd door antihistaminica. Als er bijwerkingen optreden, dient u in ieder geval uw arts te raadplegen voor advies.

Regels voor vaccinatie van kittens

Om ervoor te zorgen dat het kitten correct wordt gevaccineerd, moet u de aanbevelingen opvolgen.

• Kittens jonger dan 8 weken worden niet gevaccineerd.
• Alleen een volledig gezond dier zonder duidelijke ziekteverschijnselen wordt gevaccineerd en het is verboden een kat te vaccineren als het vermoeden bestaat dat hij in contact is geweest met een ziek dier. De beste oplossing is om een ​​paar weken te wachten.
• Alvorens te vaccineren, moet de dierenarts de gezondheid van de baby beoordelen aan de hand van verschillende criteria: lichaamstemperatuur, kracht en de toestand van de slijmvliezen.
• Drie weken na de operatie en twee tot drie weken voor de operatie is het verboden een kitten te vaccineren.
• Stuur uw huisdier niet voor vaccinatie na een antibioticakuur. Het lichaam van de baby is verzwakt en zelfs microstammen van de ziekteverwekker kunnen ernstige gevolgen hebben. Na antibiotische therapie is het beter om een ​​maand te wachten.
• Voor de vaccinatie, drie weken voor de ingreep, is het noodzakelijk om het dier te ontwormen.
• Het is verboden om een ​​kat te vaccineren tijdens de periode van het wisselen van tanden.
• Het kitten moet tijdens de vaccinatie in een relatief rustige toestand verkeren. Stress en uit de handen trekken zijn onaanvaardbaar.
• Houd de vervaldatum van het vaccin bij als u het bij een veterinaire apotheek koopt. Een verlopen medicijn zal uw huisdier niet ten goede komen.

Waar kan ik het beste een kitten vaccineren – thuis of in een kliniek?

Elke katteneigenaar vormt het antwoord op deze vraag voor zichzelf vanwege financiële solvabiliteit – iemand kan het zich veroorloven om een ​​dierenarts bij hem thuis uit te nodigen, en het is gemakkelijker voor iemand om zijn huisdier naar de kliniek te brengen. Maar in ieder geval mag alleen een gekwalificeerde arts het vaccin toedienen.

Voordelen van het thuis vaccineren van een kitten:

• u vervoert het dier niet naar het ziekenhuis, waardoor het kitten kalm blijft tijdens het doktersbezoek;
• de dierenarts heeft de mogelijkheid om de werkelijke toestand van het huisdier te beoordelen, dat zich in een vertrouwde omgeving bevindt. Bij een bezoek aan de kliniek is het kitten vaak nerveus, bezorgd, schreeuwend, wat het normale werk van de dokter verstoort;
• de kat komt niet in contact met de straat en andere pluizige bezoekers van de dierenkliniek. Hierdoor wordt het risico op het oplopen van een infectie aanzienlijk verminderd;
• je verspilt geen tijd met naar het ziekenhuis gaan.

Voordelen van vaccinatie in de kliniek:

• de arts heeft alle benodigde apparatuur en hulpmiddelen bij de hand voor een kwalitatief onderzoek van het dier en vaccinatie;
• het vaccin wordt constant gekoeld totdat het wordt gebruikt, zoals vereist door de regels voor het gebruik van het medicijn. Het feit is dat het vaccin alleen in koude omstandigheden mag worden bewaard en verplaatst. Bij een huisbezoek moet de arts het medicijn meebrengen in een speciale draagbare koelkast;
• indien nodig kunt u in de omstandigheden van de kliniek onmiddellijk alle andere noodzakelijke manipulaties uitvoeren, zonder te wachten op het moment van bezoek aan het ziekenhuis. Een dierenarts kan bijvoorbeeld een teek of een ander probleem bij een kitten vaststellen dat onmiddellijke aandacht vereist.

En vergeet niet dat een dierenarts na jou de eerste vriend en kameraad voor je huisdier is. Hij weet precies hoe hij een kitten moet helpen het enge moment van vaccinatie te overleven. Voor een baby is vaccineren stressvol en voor een ervaren arts is het een standaardprocedure, dus vertrouw uw huisdier toe aan een professional en zorg voortdurend voor zijn gezondheid. Alleen onder dergelijke omstandigheden zal het kitten gezond opgroeien en een lang en gelukkig leven leiden, waardoor u veel mooie momenten zult beleven!