Roodvoorhoofd springende papegaai
Vogelrassen

Roodvoorhoofd springende papegaai

Roodvoorhoofd springende papegaaiCyanoramphus novaezelandia
Bestellingpapegaaien
familiepapegaaien
Racespringende papegaaien

 

VERschijning van rode vloer springende papegaaien

Dit zijn parkieten met een lichaamslengte tot 27 cm en een gewicht tot 113 gram. De hoofdkleur van het verenkleed is donkergroen, de onderstaart- en slagpennen in de vleugels zijn blauw. Het voorhoofd, de kruin en de vlekken bij de romp zijn helderrood. Er loopt ook een rode streep over het oog vanaf de snavel. De snavel is groot, grijsblauw. De oogkleur is oranje bij volwassen mannen en bruin bij vrouwen. Poten zijn grijs. Er is geen sprake van seksueel dimorfisme; beide geslachten zijn hetzelfde gekleurd. Vrouwtjes zijn meestal kleiner dan mannen. Kuikens zien er hetzelfde uit als volwassenen, het verenkleed is doffer van kleur. In de natuur zijn 6 ondersoorten bekend die verschillen in kleurelementen. De levensverwachting is vanaf 10 jaar. 

WOONGEBIEDEN VAN ROODBEVROREN SPRINGENDE PAPEGAAIEN EN LEVEN IN DE NATUUR

Hij leeft in de bergen van Nieuw-Zeeland van noord naar zuid, Norfolkeiland en Nieuw-Caledoniรซ. Ze geven de voorkeur aan dichte regenwouden, bossen langs de kust, struiken en randen. De soort staat onder bescherming en is geclassificeerd als kwetsbaar. De wilde populatie telt maximaal 53 individuen. Vogels leven in kleine kuddes in de kruinen van bomen, maar dalen af โ€‹โ€‹naar de grond op zoek naar voedsel. Ze scheuren de grond open op zoek naar wortels en knollen. Ze voeden zich ook met gevallen fruit en bessen. Het dieet omvat ook bloemen, fruit, zaden, bladeren en knoppen van verschillende planten. Naast plantaardig voedsel eten ze ook kleine ongewervelde dieren. De voedingsgewoonten kunnen het hele jaar door variรซren, afhankelijk van de beschikbaarheid van voer. In de winter en de lente voeden papegaaien zich voornamelijk met bloemen. En in de zomer en herfst meer zaden en vruchten. 

REPRODUCTIE

In de natuur vormen ze monogame paren. Afhankelijk van het succes van het nestelen, kunnen vogels na het broeden bij elkaar blijven. In de twee maanden vรณรณr de ovipositie brengt het koppel veel tijd samen door. Het broedseizoen begint half oktober. Begin oktober verkennen het mannetje en het vrouwtje potentiรซle nestplaatsen. Het mannetje houdt de wacht terwijl het vrouwtje de holte verkent. Vervolgens, als de plaats geschikt is, geeft het vrouwtje een signaal aan het mannetje door de holte meerdere keren binnen te gaan en te verlaten. Het vrouwtje rust het nest uit door het te verdiepen tot 2-10 cm en het tot 15 cm breed te maken. Gekauwde houtkrullen worden gebruikt als bodembedekking. Gedurende al die tijd blijft het mannetje in de buurt, beschermt het territorium tegen andere mannetjes en haalt voedsel voor zichzelf en het vrouwtje. Als het nestelen succesvol is geweest, kunnen paren meerdere jaren achter elkaar hetzelfde nest gebruiken. Naast holtes in bomen kunnen vogels ook nestelen in rotsspleten, in holtes tussen boomwortels en in kunstmatige constructies. Een interessant feit is dat de uitgang van het nest meestal naar het noorden is gericht. Van november tot januari leggen vogels hun eieren. De gemiddelde legselgrootte is 15-5 eieren. Alleen het vrouwtje broedt 9-23 โ€‹โ€‹dagen uit, terwijl het mannetje haar voedt en bewaakt. Kuikens worden niet tegelijkertijd geboren, soms is het verschil tussen hen meerdere dagen. Kuikens worden bedekt met dunne pluisjes geboren. De eerste paar dagen voedt het vrouwtje de kuikens met strumamelk. Meestal openen de kuikens op de 25e levensdag hun ogen, waarna het mannetje het nest binnen mag. Op de leeftijd van 9 โ€“ 5 weken beginnen de gevederde kuikens het nest te verlaten. Ouders voeden ze nog een paar weken.

Laat een reactie achter