Fries ras
Paardenrassen

Fries ras

Fries ras

Geschiedenis van het ras

Het Friese paardenras is een van de oudste en mooiste Europese trekpaardenrassen. Dit ras heeft een lange en complexe geschiedenis, heeft tijdens zijn leven ups en downs meegemaakt, maar is nu op het hoogtepunt van zijn populariteit.

Haar thuisland is de regio Friesland in het noorden van Holland. Op deze plaatsen zijn botten gevonden van een oud type zware paarden, waarvan de afstammelingen worden beschouwd als moderne Friezen.

In Romeinse documenten zijn veel verwijzingen naar Friese paarden gevonden, waaronder Julius Caesar en Tacitus. De verre voorouders van de moderne Friezen waren sterk, veelzijdig, maar niet zo mooi. Er wordt aangenomen dat het Friese paardenras zijn esthetische aantrekkingskracht te danken heeft aan de invloed van oosters bloed. Latere archieven en afbeeldingen uit de Middeleeuwen beschrijven de Friezen als grote, zware en tegelijkertijd nobele oorlogspaarden – trouwe metgezellen in de kruistochten en steekspelen.

Friese paarden hadden uitstekende werkkwaliteiten: zwaar genoeg om een ​​ruiter met alle uitrusting te dragen, maar tegelijkertijd behendig en speels. Na verloop van tijd kregen ze een harmonieuze lichaamsbouw en werden ze een van de meest voorkomende rassen die in militaire aangelegenheden werden gebruikt. Friese paarden werden geëxporteerd naar Engeland en Noorwegen, waar ze de vorming van andere rassen, zoals de Shire, beïnvloedden.

Ook later hebben de Friezen invloed gehad op het verschijnen van drafkwaliteiten bij Orjol-paarden. Bovendien erfde de Oryol-draver enkele uiterlijke kenmerken van de fries: grote groei en benige benen met grote hoeven, versierd met borstels.

Tijdens de oorlog tussen Nederland en Spanje begon een nieuwe fase in de ontwikkeling van het Friese ras. Door de instroom van Andalusisch en deels Arabisch bloed in de Friese paarden gingen ze er nog eleganter en majestueuzer uitzien. Ook het gangwerk is verbeterd: de Friese paarden begonnen in een zeer dartele, maar vlotte draf te lopen. In deze tijd veranderde het doel van de Friese paarden - nu werden ze gebruikt voor vreedzame doeleinden als koetspaarden. Hier waren de unieke kwaliteiten van de Friese paarden het meest gevraagd: een combinatie van kracht en behendigheid, een mooie gang en een harmonieus exterieur.

In de late renaissance werden Friese paarden beschouwd als een ras van adel: ze werden gebruikt voor paradetochten door de koninklijke hoven van Nederland, Denemarken en Luxemburg.

Tegenwoordig zijn Friese paarden het enige trekras ter wereld dat regelmatig wordt ingezet in dressuurwedstrijden. Tegelijkertijd hebben ze hun oorspronkelijke doel niet verloren en worden ze gebruikt in teamwedstrijden en maken ze ook deel uit van de koninklijke stallen van Denemarken, Luxemburg en Nederland.

Kenmerken van de buitenkant van het ras

Friese paarden zijn groot van formaat (schofthoogte 158-165 cm), benig, maar elegant en hoogbenig. Hun gewicht is 600-680 kg. Het hoofd is groot, lang, met een recht profiel en vrij lange oren. De ogen zijn expressief, donker. De hals is gespierd, krachtig, maar tegelijkertijd gracieus gebogen, met een zeer hoge aanzet. De schoft is lang en goed ontwikkeld. De borst is lang, diep, matig breed. Het lichaam is enigszins langwerpig, de rug is lang, vaak zacht. De ledematen zijn lang en sterk. De huid van de Friezen is vrij dik, de vacht is kort en glanzend.

Het Friese ras wordt gekenmerkt door ongewoon dikke en lange manen en staart, evenals goed gedefinieerde borstels op de benen. Deze borstels beginnen vrij hoog en vallen in dikke plukjes tot aan de hoeven. Deze eigenschap is voornamelijk kenmerkend voor de Friese paarden en migreerde naar andere rassen die freesiness worden genoemd. Dit geeft ze een "fantastische" uitstraling. Het lijkt erop dat Friese paarden afstammen van de pagina's van ridderromans.

Vroeger werden Friese paarden gevonden in verschillende kleuren (zwart, bruin, grijs, chubar), maar als gevolg van verschillende crises die het ras heeft doorgemaakt, is de genetische diversiteit afgenomen en zijn moderne Friese paarden uitsluitend zwart.

Er is zelfs een eigenaardige traditie onder fokkers - trek of knip nooit aan de staart, of de manen, of de borstels van de Friese paarden, zodat ze vaak tot op de grond groeien.

Het temperament van de Friese paarden is levendig, energiek, maar zonder overdreven vurigheid, zoals alle zware vrachtwagens, de Friezen zijn evenwichtig, gehoorzaam aan de ruiter, kalm en goedaardig. Een ander voordeel van het ras is hun matige bescheidenheid: deze paarden verdragen de klimaatverandering goed, hoewel ze meer eisen stellen aan de kwaliteit van het voer in vergelijking met andere zware vrachtwagens.

Toepassingen en prestaties

Momenteel worden Friese paarden veel gebruikt voor teamwedstrijden, dressuur en circusvoorstellingen. Vaak zijn er ook paarden van dit ras te vinden op de set van historische films – die, zo niet de Friezen, de sfeer van de Middeleeuwen beter kunnen overbrengen! Naast de sport worden Friese paarden veel gebruikt in de amateurverhuur: ze worden vaak als huisdier gehouden en gebruikt voor paardrijtochten door ongetrainde ruiters. Dankzij hun comfortabele gang en rustige karakter zijn deze paarden zeer betrouwbaar voor beginnende ruiters.

Over de hele wereld zijn Friese paarden geliefd bij het circuspubliek en liefhebbers van de steeds populairder wordende koetssport. En in hun thuisland, Nederland, opent het team van Friezen traditiegetrouw de jaarlijkse zitting van de Staten als onderdeel van het officiële koninklijke vertrek.

Specialisten en fokkers van Friese paarden zijn er trots op dat de Koninklijke Stallen van Groot-Brittannië sinds 1985 ook Friezen houden. Zo droegen Friese paarden op de derde dinsdag van september 1989 voor het eerst in de geschiedenis de Koninklijke Gouden Koets ter gelegenheid van de opening van de Staten.

Friezen maakten deel uit van de zes paarden die tijdens de openingsceremonie van de Wereldruiterspelen in Den Haag in 1994 aan de Koninklijke Koets werden gespannen.

Laat een reactie achter