Ontneem de hond. Wat te behandelen?
het voorkomen

Ontneem de hond. Wat te behandelen?

Hoe ontstaat een dermatofytose-infectie?

De dreiging om deze ziekte op te lopen ontstaat door direct contact met een ziek dier of met een dierdrager (katten kunnen asymptomatische dragers zijn van Microsporum canis) en door contact met de omgeving waarin het zieke dier zich bevond. Overdrachtsfactoren โ€“ verschillende verzorgingsartikelen: transportcontainers, kammen, harnassen, muilkorven, speelgoed, bedden, tondeuses, enz.

Dermatofytensporen blijven tot 18 maanden goed bewaard in de externe omgeving. Trichophytosis wordt meestal opgelopen door contact met wilde dieren โ€“ reservoirs van de veroorzaker van deze ziekte, meestal zijn dit ratten en andere kleine knaagdieren. Sommige schimmels van het geslacht Microsporum leven in de grond, dus honden die graag gaten graven of in voliรจres worden gehouden lopen een groter risico op infectie.

Symptomen van de ziekte

Het klassieke beeld van dermatofytose (korstmos) bestaat uit enkele of talrijke ringvormige huidlaesies, met haaruitval, peeling in het midden en de vorming van korsten langs de omtrek, meestal gaan ze niet gepaard met jeuk. Laesies kunnen in omvang toenemen en met elkaar versmelten. De huid van het hoofd, de oorschelpen, de poten en de staart worden het vaakst aangetast.

Bij honden wordt een eigenaardig verloop van dermatofytose met de vorming van kerionen beschreven: enkele uitstekende nodulaire laesies op het hoofd of de poten, vaak met vuistachtige passages. Er kunnen ook uitgebreide laesies op de romp en de buik voorkomen, met een sterke ontstekingscomponent, roodheid van de huid en jeuk, de vorming van korstjes en fistelkanalen. Sommige honden kunnen gezwollen lymfeklieren hebben.

Klinisch gezien kan dermatofytose sterk lijken op een bacteriรซle infectie van de huid (pyodermie) of demodicose, evenals op sommige auto-immuunziekten, dus de diagnose wordt nooit alleen op klinische gronden gesteld.

Meestal lijden jonge honden jonger dan een jaar aan deze ziekte. Het optreden van dermatofytose bij oudere honden wordt meestal geassocieerd met de aanwezigheid van andere ernstige ziekten, zoals kanker of hyperadrenocorticisme, of met onvoldoende gebruik van hormonale ontstekingsremmende geneesmiddelen. Yorkshire Terriers en pekinees zijn gevoeliger voor deze ziekte en hebben een grotere kans op het ontwikkelen van ernstige infecties.

Diagnose en behandeling

De diagnose van dermatofytose kan niet alleen worden gesteld op basis van uiterlijke tekenen van de ziekte. De standaardaanpak omvat:

  • Testen met een Wood's lamp โ€“ waarbij een karakteristieke gloed zichtbaar wordt;

  • Microscopisch onderzoek van individuele haren vanaf de periferie van de aangetaste gebieden om karakteristieke veranderingen in de structuur van het haar en de sporen van de ziekteverwekker te detecteren;

  • Zaaien op een speciale voedingsbodem om het geslacht en type ziekteverwekker te bepalen.

Omdat elke methode zijn eigen voor- en nadelen heeft, wordt meestal een combinatie van deze methoden of allemaal tegelijk gebruikt.

De behandeling bestaat uit drie componenten:

  • Systemisch gebruik van antischimmelmiddelen (oraal);

  • Extern gebruik van shampoos en medicinale oplossingen (om het binnendringen van ziekteverwekkersporen in het milieu te verminderen);

  • Verwerking van de externe omgeving (appartementen of huizen) om herinfectie van zieke dieren of mensen te voorkomen.

Bij gezonde honden en katten kan dermatofytose wellicht vanzelf verdwijnen, omdat het een zelfbeperkende ziekte is (die aanleiding geeft tot veel mythen over behandelingen), maar dit kan enkele maanden duren en leiden tot besmetting van de omgeving met sporen van dermatofyten. en mogelijke infectie van andere dieren en mensen. Daarom kunt u voor diagnose en behandeling het beste contact opnemen met een dierenkliniek.

Het risico op dermatofytose bij mensen ontstaat door contact met een ziek dier of drager, en menselijke infectie komt in ongeveer 50% van de gevallen voor. Kinderen, mensen met een verzwakt immuunsysteem of die chemotherapie ondergaan, en ouderen lopen een groter risico op infectie.

Laat een reactie achter