Een liefdesbelang met roze wangen
Vogelrassen

Een liefdesbelang met roze wangen

Een liefdesbelang met roze wangen

Dwergpapegaaien roseicollis

Bestellingpapegaaien
familiepapegaaien
RaceTortelduifjes
  

het Uiterlijk

Kleine kortstaartpapegaaien met een lichaamslengte tot 17 cm en een gewicht tot 60 gram. De hoofdkleur van het lichaam is heldergroen, de romp is blauw, de kop is rozerood van het voorhoofd tot het midden van de borst. De staart heeft ook tinten rood en blauw. De snavel is geelachtig roze. Er is een kale periorbitale ring rond de ogen. De ogen zijn donkerbruin. Poten zijn grijs. Bij kuikens is de snavel bij het verlaten van het nest donker met een lichte punt en is het verenkleed niet zo helder. Meestal zijn vrouwtjes iets groter dan mannetjes, maar ze zijn niet van elkaar te onderscheiden op kleur.

De levensverwachting met de juiste zorg kan oplopen tot 20 jaar.

Habitat en leven in de natuur

De soort werd voor het eerst beschreven in 1818. In het wild zijn tortelduifjes met roze wangen vrij talrijk en leven in het zuidwesten van Afrika (Angola, Namibiรซ en Zuid-Afrika). Er zijn ook wilde populaties van deze vogels in de Verenigde Staten, gevormd uit vrijgelaten en gevlogen gedomesticeerde vogels. Ze verblijven het liefst in koppels van maximaal 30 individuen in de buurt van een waterbron, omdat ze de dorst niet lang kunnen verdragen. Tijdens het broedseizoen breken ze echter in paren. Houd droge bossen en savannes.

Ze voeden zich voornamelijk met zaden, bessen en fruit. Soms worden gewassen van gierst, zonnebloemen, maรฏs en andere gewassen beschadigd.

Deze vogels zijn erg leergierig en zijn bijna niet bang voor mensen in het wild. Daarom vestigen ze zich vaak in de buurt van nederzettingen of zelfs onder de daken van huizen.

Weergave

Het broedseizoen vindt meestal plaats in februari โ€“ maart, april en oktober.

Meestal bezet een paar een geschikt hol of oud nest van mussen en wevers. In stedelijke landschappen kunnen ze ook nestelen op de daken van huizen. Alleen het vrouwtje houdt zich bezig met het regelen van het nest, waarbij bouwmateriaal in de staart tussen de veren wordt overgebracht. Meestal zijn dit grassprietjes, twijgen of schors. Het legsel bevat meestal 4-6 witte eieren. Alleen het vrouwtje broedt 23 dagen uit, het mannetje voedt haar al die tijd. De kuikens verlaten het nest als ze zes weken oud zijn. Een tijdlang voeden hun ouders hen.

Er zijn 2 ondersoorten bekend: Ar roseicollis, Ar catumbella.

Laat een reactie achter